Constant Permeke in Jabbeke

Donderdag 29 februari 2024, een goeiemorgen met Wilfried

Constant Permeke werd geboren in Antwerpen op 31 juli 1886 en stierf in Oostende, 4 januari 1952.
Hij was een Belgisch expressionistisch kunstschilder en beeldhouwer. Hij wordt gezien als belangrijkste vertegenwoordiger van het Vlaamse expressionisme.
Hij is het meest bekend om zijn sterke en plechtige afbeeldingen van zeelieden en vissers met hun vrouwen.

Constant kreeg zijn eerste kunstonderricht van zijn vader, afkomstig uit Poperinge die aan de Brusselse academie had gestudeerd
en een verdienstelijk landschapsschilder die ook schilderijen restaureerde.

n 1891 koos de vader met zijn boot Artis Amor en zijn gezin het zeegat, om ten slotte in 1892 aan te leggen in Oostende en er verder te blijven.
In 1897 werd zijn vader er de eerste conservator van het Stedelijk Museum voor Schone Kunsten.
De confrontatie met de Noordzee zou Constant Permeke aan de Vlaamse polders binden.

Op 25 juni 1912 trouwde Constant Permeke in Brugge met Maria Delaere uit Poperinge, zijn "Marietje".
Het koppel vestigde zich in de Vuurtorenwijk te Oostende, te midden van het harde, maar sociaal aan elkaar gehechte vissersvolk.
Léon Spilliaert werd hier zijn naaste buur; de twee wisselden deze jaren artistiek gezien veel uit.
Hier ontstond ook de eerste doorbraak van het Permekiaanse expressionisme in al zijn emotionele geladenheid: dof gehouden tonaliteit,
brutale vormgeving en gedurfde vervormingen, om zijn expressieve kracht en passie samen te bundelen en zo zijn kunst tot leven te brengen.

Hij kocht in Jabbeke in 1930 een stuk grond ‘de Vier Winden’ bouwde er zijn huis en zou er met zijn gezin verblijven tot z’n dood in 1952.

In Jabbeke domineerde in zijn werk nu 'de boer en zijn akker'; hij maakte er in de omgeving talloze schetsen, zoals in Snellegem en in Aartrijke,
die hij in zijn atelier op doek uitwerkte tot grote landschappen, zoals De rode daken, van 1929.
De werken van deze jaren zijn weer sterker geconstrueerd en met veel zin voor evenwicht opgebouwd.
Wellicht verwijst hun grote formaat naar het filmdoek, want Permeke was een geregelde bioscoopbezoeker
en stichtte met o.a. Henri Storck en Félix Labisse de Oostendse filmclub.
Naast zijn grote doeken maakte hij ook grote tekeningen waarin de mens volledig de compositie beheerst; ze staan centraal op de voorgrond.
Het levensgrote formaat en het imposante van de menselijke gestaltes maken deze werken op papier zo indrukwekkend.
In Jabbeke ontplooide Permeke ten volle zijn barokke kracht in een enorme productiviteit, met meesterwerken als "Gouden Oogst" (1935),
"De Grote Marine" (1935), "Moederschap" (1936), "Het Afscheid" (1948), en "Dagelijks Brood" (1950).
In 1934 kreeg hij de internationale erkenning ten volle, bij zijn deelname aan de "Biënnale van Venetië".

Permeke ontpopte zich eerst in 1937 als beeldhouwer. Hierin zocht hij het isoleren van de menselijke figuur, alweer in een indrukwekkend monumentaal gebeuren.
Vanaf 1938 tot de oorlog hield hij zich (naast tekenen) alleen nog bezig met het maken van beelden; hij begon in een ruw expressionistische stijl,
maar al snel werd zijn stijl gepolijster.

Een fijne donderdag

à la vôtre
Wilfried

Constant Permeke in Jabbeke