Ook nu is het niet saai

Jullie lazen gisteren donderdag met 205 mijn dagbegroeting, bedankt daarvoor.

vrijdag 3 oktober 2025, een goeiemorgen met Wilfried

An zat gisteren in de zetel en naaide een knoop aan een blouse.
'Nu lijkt het wel echt vadertje – moedertje', lachte ik.
'Hoe bedoel je', vroeg ze me.

Het was de eerste keer dat we een ganse week samen waren sedert we mekaar leerden kennen in 2016.
An had me eerder reeds onder haar hoede genomen na mijn hart- en heupoperaties. Maar nu was dat anders, we waren in Zedelgem.

Ik vervolgde: moedertje naait en herstelt, moedertje steekt de was in het machine, moedertje doet de afwas, moedertje doet de strijk…
‘En wat doet vadertje’? vroeg ze me.
‘Vadertje stopt z’n pijp en leest de gazet’, antwoordde ik zonder verpinken.
We lachten beiden omdat we wisten dat we de huiselijke taken verdeelden.

Ik had op de middag gekookt. Dat lukte omdat ik me beperkte tot eenvoudige dingen. Rauw witlof, gebakken kroonkotelet en handgesneden frietjes.
Teveel witlof, teveel frietjes. Het witlof eten we deze middag met gebakken tong en puree.

De zon zakte weg achter het statige huis van de Oude Gemeenteschool.
'Ik heb nog een hongertje', zuchtte moedertje.
Een portie éénmaal gebakken frietjes hadden we opgeborgen in de frigo. Misschien kwamen ze ooit nog van pas.

Terwijl moedertje in de achterkamer de was opplooide probeerde vadertje uit een rolletje bakpapier iets te maken wat op een puntzak leek.
Hier had broer moeten bijzijn, dacht ik bij mezelf.
In een handomdraai kleurden de frietjes goudgeel met bruine krokante kantjes.

Ik schudde ze op met een flair waarbij Oswald van hierboven* moet gedacht hebben: ik heb je het goed geleerd, jongen.
Met een afgesloten bus strooide ik het zout en kieperde de frietjes in de twee puntzakken.
Aan het kraam zouden ze van hun oren maken: da’s wel kleiner dan een kleintje. Gisteravond was iedere beet een feest.

Vorige vrijdag had ik aan het eind van de zeven verhalen die ik voorlas het nog eens herhaald. Het leven met een Moeyaert? Fantastisch? Zeker nooit saai!

*Oswald was in de jaren 60 -? meester in het opschudden van de frietjes in zijn frituur aan de Brugse Zuidzanstraat.

Fijne vrijdag – à la vôtre
Wilfried

Ook nu is het niet saai
Ook nu is het niet saai
Ook nu is het niet saai
Ook nu is het niet saai