Over gedruppel, kokoskrabben en een Ierse Martha

dinsdag 6 september 2022, een goeiemorgen met Wilfried


Een vliegtuig klieft door het luchtruim en kiest zijn bestemming. Het is reeds druk aan de hemel.
Eindeloos blauw, die lucht, met daarin het grijze silhouet. Gelukkig ver genoeg af om er geen lawaaihinder van te ondervinden.

Een nieuwe dag breekt aan; dinsdag.

Als je dagen naeen ‘kans op regenbuien en onweer’ voorspelt heb je ooit wel eens prijs.
Gisteravond was het van dat in het Leuvense.
Maar oh zo moeilijk lijkt het voor de wolken en het grijs om regendruppels te produceren. En zeker als God zijn kerk wil sparen.
Toch maar naar binnen gaan omdat die enkele druppels, een voorbode die leidt tot niets, op het balkonterras vallen.

We eten ‘Zedelgemse hamburger met bloemkool.
Veel groenten, geen aardappelen, geen saus.
Omdat we zo ‘goe bezig’ zijn, trakteren we onszelf nadien bij TV op een frisco.
Terwijl op het scherm de kokoskrabben* en rode krabben op Kersteiland hun natuurlijke ding doen: paren en kuit schieten.

Wat zo spectaculair is: de tocht die ze moeten ondernemen vooraleer ze hun tienduizenden eitjes in de Atlantische Oceaan kunnen deponeren.

We krijgen niet genoeg van de prachtige natuurdocumentaire en zappen naar een tweede.
Of hoe een Ierse veearts assisteert op een boerderij waar een koe zowaar…4 kalfjes op de wereld zet.

’s Nachts dan toch maar de vensterdeur dichtrekken want het rommelt in de verte.
Deze dinsdagochtend ligt de Tervuursevest er kurkdroog bij.

Straks gaan we ontbijten en vertrek ik naar Zedelgem.
Wel via een ommetje: ik ga Mas de Daumas Gassac leveren in Wilsele. Daumas Gassac is dan ook wereldberoemd, zelfs tot in Wilsele.

* Kokoskrabben (Birgus latro), ook wel klapperdieven genoemd, zijn imposant om te zien.
Ze kunnen evenveel wegen als een huiskat, ongeveer vier kilogram, en hun poten overspannen bijna een meter.
Het zijn de grootste ongewervelde dieren op het land. Ze leven op ringvormige eilandjes van koraal, atollen, in de Indische en Stille Oceaan.

De krabben staan bekend als goede boomklimmers en liefhebbers van de kokosnoot. Ze kraken kokosnoten met hun krachtige scharen.

Mark Laidre van Dartmouth College in New Hamsphire bezocht de Chagosarchipel, een afgelegen reeks atollen in de Indische Oceaan van januari tot maart 2016.
Chagos is in onberispelijke staat en omringd door een van de grootste mariene reservaten op aarde. Het stikt er van de kokoskrabben, dus ze zijn makkelijk te vinden en te observeren.

Op een nacht zag Laidre een kokoskrab langzaam een boom in klimmen.
Hij begon direct met filmen. In de boom zat een roodpootgent te slapen op zijn nest.
De krab sloop centimeter voor centimeter dichterbij. Hij sloeg toe met zijn schaar, kneep en brak de vleugel van de vogel, waardoor deze uit de boom tuimelde.

Het breken van de vleugel is een koud kunstje voor een kokoskrab, zegt Shin-ichiro Oka van de Okinawa Churashima Foundation Research Center in Japan.
In 2016 toonde hij aan dat de kokoskrab kan knijpen met een kracht van 3300 newton. Daarmee is hij de sterkste van de kreeftachtigen en heeft hij een knijpkracht vergelijkbaar met de beet van een groot roofdier, zoals een leeuw.

Na de eerste aanval klom de krab rustig de boom uit, volgde de gewonde vogel en brak ook zijn andere vleugel.
‘Op dat moment lag de vogel met twee gebroken vleugels op de grond. Hij kon nergens heen’, zei Laidre.

Niet veel later kwamen er nog vijf kokoskrabben aan gewandeld.
Misschien waren ze aangetrokken door de commotie of door de geur van bloed. Ze trokken de vogel uit elkaar en aten hem op.

à la vôtre
Wilfried

Over gedruppel, kokoskrabben en een Ierse Martha
Over gedruppel, kokoskrabben en een Ierse Martha
Over gedruppel, kokoskrabben en een Ierse Martha
Over gedruppel, kokoskrabben en een Ierse Martha
Over gedruppel, kokoskrabben en een Ierse Martha