Over Harry en Tuute... (vandaag deel 2)

Jullie lazen gisteren vrijdag met 145 mijn dagbegroeting, bedankt daarvoor


zaterdag 8 november 2025, een goeiemorgen met Wilfried

Gisteren schreef ik over Belgisch kampioen orgeldraaien Ludo Leper en hoe het draaiorgelspelen zijn passie werd.
Vandaag in deel 2 wil ik het hebben over de man die Ludo de liefde voor het draaiorgel meegaf: Harry Cogge.
Misschien zegt de naam Harry Cogge bij oudere mensen wel iets. Cogge, leraar accordeon met zijn eigen school en z’n eigen orkest ‘de Nachtvlienders’.

Harry haalt in het interview voor de VRT enkele anekdotes op uit zijn rijk gevulde carrière.

In zijn jeugd ontsnapte hij ternauwernood aan de dood. Bij het bieten lossen op een binnenschip viel hij in het water.
Harry hierover: als je drie keer ondergaat ben je verloren is een gezegde.
De jonge Cogge werd bij de derde keer bij de haren gesleurd door z’n oudere broer Prosper die hem uit het water haalde.

Harry z’n besluit stond vast: hij hield van muziek, veel meer dan van dat bietengesjouw en koos zijn weg in de branche van het entertainment.
Met succes. In zoverre dat ze overal met hun 15-koppig orkest uitgenodigd werden.
In het Oostendse Feestpaleis dienden ze hun oorspronkelijke naam ‘de Nachtvlienders aan te passen. Engelsen konden vlienders niet uitspreken.
Zo werden de vlienders plots the Nighthawks (haviken).

Bij het orkest zette een jonge gast zijn eerste muzikale stappen als Veurnse jodelende cowboy.
Een cowboy zonder gitaar, dat kon niet.
Harry kocht voor 150 Belgische frank een gitaar voor da manneke die toch niet op ’n stoel kon blijven stil zitten.
‘Tuute ’t is aan joen’, riepen de bandleden.
Tuute zong en jodelde zich de ziel uit het jonge lijf. In zoverre dat hij bekender zou worden dan het orkest van Harry Cogge, zijn leermeester
De jolende jonge gast werd zelfs een bandido, el bandido.
Tuute werd Tura en zou Vlaanderen in geen tijd veroveren.

Fijne zaterdag – à la vôtre

Over Harry en Tuute...