We hebben een deal in de 'eerste kamer'

woensdag 10 april 2024, een goeiemorgen met Wilfried


Ik heb een perfect scenario in gedachten. Ik ga het zo en zo doen.

Tenslotte hebben we samen een avondje zitten zoeken op ’t internet of we iets konden terugvinden over
Sheffield, over Victoriaans, over fabriek.
We trachten gegraveerde lettertjes, tekentjes en cijfertjes te …ontcijferen
en leren bij.o.a. wat het verschil is van 1 tot 100, wat 800 betekent.
Ondertussn bezorg ik An hartkloppingen omdat ik het voorwerp dat ik uit haar handen krijg probeer te plooien.
Ik had het gedacht; het lukt me niet. Dat is geen goed teken.
'Verwacht er niet teveel van', probeer ik het enthousiasme te milderen, het mag dan nog sjieken boel zijn.

De dame die morgen langskomt is ons aangezegd door een kennis. Ze is heel betrouwbaar
We zien wel hoe het uitdraait. Zoals hierboven geschreven: ik heb een scenario in gedachten.

Wanneer er de volgende namiddag aangebeld wordt heb ik mijn scenario al lang opgeborgen.
‘Jij moet niks zeggen, je zou je teveel blootgeven’,. zo heeft An me het zwijgen opgelegd.
ok, denk ik bij mezelf, ik heb toch voldoende computerwerk om me daarop te concentreren.

Het is een vriendelijke dame, heel ontwapenend, heel begripvol en ze wint onmiddellijk het vertrouwen.
Neen, het is geen brol die op tafel uitgestald staat.
Of het stukken van mensen zal halen? Misschien wel, maar dan niet wat de prijs betreft.

Ze valt niet op in haar kledij, geen laarzen tot aan haar knieën, een dure porto hoeft niet en dikke sigaren rookt ze al zeker niet.

Ik denk bij mezelf, met een geveinsde nonchalance: ’t is misschien toch eventjes mijn moment om wat druk te zetten.
‘We hebben nog drie kamers’, gooi ik er tussenin. Daarmee smijt ik de eerste troefkaart van mijn scenario op tafel.

Als die er zich mee gaat moeien wordt het misschien een stuk moeilijker, zie ik de dame ietske zenuwachtiger worden.

Ingrid, zo vertrouwelijk is ze, dat we haar bij haar voornaam mogen noemen, wil verrassen:
'ik geef voor alles samen…. euro', snoert ze An de mond. 'dat is Is een goed bod'.
Ik twijfel even: moest Paul Degrande nu echt op onze slaapkamer zitten wachten, zou die meer geven?
Ik ga mijn tweede troefkaart uitspelen.
Ik zou kunnen repliceren met 'het is een goed startbod' maar ik heb beloofd me gedeisd te houden.

In mijn hoofd zie ik Ingrid haar bod verhogen met 20 euro.
Met een neen, zou ik nu kordaat het nieuwe bod van tafel vegen.
Nog altijd in mijn hoofd zou Ingrid nu vragen: 'wat heb jij in gedachten Wilfried'.
Troefkaart 3 van mijn scenario kon ik nu op tafel gooien: ik zou haar bod vertienvoudigen.

Omdat ik me teveel zou blootgeven kom ik er niet aan toe mijn hersenspinsels om te zetten in daadkracht.
An doet het in mijn plaats.
Met ’het is ok', sluit ze de deal. Zo eenvoudig is dat.

Neen er wordt geen champagne gedronken ook al is iedereen tevreden. Een taske koffie kan wel.
De sjieken boel wordt ingeladen.

Terwijl An, Ingrid op de gang uitgeleide doet steek ik nog even mijn hoofd om de hoek.
’t Is niet eens een troefkaart meer, gewoon een vraag aan An:
'mag ik aan de anderen in de 3 kamers zeggen dat ze naar huis kunnen gaan?.

een fijne woensdag
à la vôtre
Wilfried

Wij hebben een deal in de 'eerste kamer'
Wij hebben een deal in de 'eerste kamer'