Snipverkouden zoals een watersnip

04/05/2021 - 08:24

Kenmerkend is zijn skrètsj-skrètsj roep wanneer hij in het gras gestoord wordt en weg vliegt.

dinsdag 4 mei 2021, een goeiemorgen met Wilfried


Gisteren had ik het over mijn verkoudheid.
Je komt bij de apotheker en vraagt er om een flesje.
Is het een kop- of een borstvalling zal de apotheker, bij ons op het dorp een toffe – vriendelijke – behulpzame apothekeres, vragen.

Ik ben snipverkouden leg ik de jonge dame uit en dat is nogal ambetant als je een mondmasker draagt.
Het water loopt uit mijn neus en dat gebeurt op de meest onverwachte ogenblikken.

Dat is dus typisch voor een verkoudheid waarvan je zegt snipverkouden.
Meestal is het ook niet meer dan dat.

Vanwaar komt die uitdrukking eigenlijk?

Het heeft inderdaad te maken met die vogel met zijn lange snavel: de water- of poelsnip.
Deze 23 tot 28 cm lange snipachtige heeft een roodbruine snavel, die zeer lang is in verhouding tot zijn kop.
De vogel heeft veel kenmerken gemeen met de zustersoorten houtsnip, poelsnip en bokje, in grootte is hij de middelste.
Hij is vooral te herkennen aan zijn lange snavel en de smalle gele strepen op de rug.
Het verenkleed is bruin gestreept met een witte onderzijde en donker gestreepte flanken.
Verder heeft de vogel een gestreepte kop en korte grijsgroene poten.

De watersnip (Gallinago gallinago) is een vogel uit de familie van strandlopers en snippen (Scolopacidae).
De watersnip komt voor in de gematigde gebieden van bijna alle werelddelen, behalve Australië.

Het legsel bestaat uit drie tot vijf matte, peervormige eieren. De kleuren zijn grijsgroen, olijfgroen of geelgroen.

Het voedsel bestaat uit insecten, waterkevers, wormen, slakken en zaden van waterplanten.
De watersnip zoekt zijn voedsel vooral in ondiep water en modderige poelen.
Hij loopt langzaam het water op en neer met zijn snavel heen en weer wiegend op zoek naar wormen en andere grondinsecten.

In het voorjaar vertoont de watersnip een herkenbare baltsvlucht.
Hij laat zich geleidelijk omlaag vallen met wijd verspreidde staartveren.
Door vibratie van die veren maakt hij een blatend geluid.
Kenmerkend is zijn skrètsj-skrètsj roep wanneer hij in het gras gestoord wordt en weg vliegt.
Bij eerder zachte winters durft hij hier te overwinteren.

Het instituut voor de Nederlandse taal gaat er van uit dat de uitdrukking ‘snipverkouden’ verwijst naar de vogelsoort.
In 1861 kende men bijvoorbeeld al de uitdrukking ‘zo verkouden als een poelsnip’.
De uitdrukking ‘snipverkouden’ komt zelf pas sinds 1917 voor.
Eerder kende men bijvoorbeeld ook de uitdrukking ‘dronken als een (poel)snip’.
Dit zou te herleiden zijn op de vlucht van de vogels, die op de eerste meters vaak nogal instabiel en rommelig oogt.

Als de watersnip met hun lange snavel voedsel zoeken, blijven er vaak druppels water en modder aan de snavel hangen. De vogels zien er dan dus ‘snipverkouden’ uit.

Jagen op snippen is in Nederland en Vlaanderen verboden. In Wallonië mag het nog wel. ( watersnip - bécassine / houtsnip - bécasse ).

Snipverkouden zoals een watersnip
Snipverkouden zoals een watersnip
Snipverkouden zoals een watersnip